ACT1 H-1-2-3 Geschreven door Jos Muylkens op 29 januari 2021. Geplaatst in Welcome to your ACT1 H-1-2-3 Welke groepen hebben met name last van afvoerproblemen van bloed en lymfe? Welke groepen hebben met name last van afvoerproblemen van bloed en lymfe? Vooral vrouwen. Hoe ouder men wordt, hoe meer problemen men hiermee krijgt. Vooral vrouwen boven de 40. De problemen blijven ongeveer gelijk, onafhankelijk van de precieze leeftijd. Ongeveer even veel mannen als vrouwen. Hoe ouder men wordt hoe meer problemen men hiermee krijgt. Hoeveel mensen in Nederland hebben last van een ulcus cruris venosum? In Nederland hebben ca. 5.000 mensen last van een ulcus cruris venosum De schattingen lopen uiteen, maar sommige studies spreken van ca. 1% van de bevolking (160.000 mensen) Het probleem in gigantisch, vooral onder de ouderen. Er zijn ca. 500.000 mensen in Nederland met een veneus ulcus Hoeveel mensen in Nederland hebben last van een veneus of lymfoedeem? In Nederland hebben ongeveer 400.000 mensen last van een veneus of lymfoedeem. Precieze cijfers zijn echter niet bekend. Er zijn geen duidelijke cijfers bekend. Wel is bekend dat ruim 500.000 TEK-verstrekkingen per jaar in Nederland plaatsvinden. Zo'n 70% hiervan worden verstrekt a.g.v. een chronisch veneus probleem. Zo'n 30% a.g.v. een zwelling door trombose of een lymfoedeem. Er zijn geen duidelijke cijfers bekend. Wel is bekend dat een kleine 400.000 TEK-verstrekkingen per jaar in Nederland plaatsvinden. Zo'n 50% hiervan worden verstrekt a.g.v. een chronisch veneus probleem. Zo'n 50% a.g.v. een zwelling door trombose of een lymfoedeem. Hoeveel mensen in Nederland hebben last van een lipoedeem? Hiervan zijn duidelijke cijfers bekend. Het betreft ongeveer 600.000 vrouwen en 75.000 mannen. Er zijn geen duidelijke cijfers bekend. De arts E. Foldi schat dat zo'n 11% van de vrouwen in de wereld in meer of mindere mate last heeft van lipoedeem. Dit zou voor Nederland zo'n 780.000 vrouwen betekenen. Er zijn geen duidelijke cijfers bekend. De arts E. Foldi schat dat zo'n 5,5% van de vrouwen in de wereld in meer of mindere mate last heeft van lipoedeem. Dit zou voor Nederland zo'n 450.000 vrouwen betekenen. Wordt de arbeidsmarkt zwaar getroffen door uitval als gevolg van veneuze en lymfatische aandoeningen? Nee, omdat vooral mensen boven de 70 last hiervan hebben. Ja, zo'n 20% van de kortdurende arbeidsuitval en 40% van de langdurige uitval komt door problemen aan de benen. Het valt mee. Slechts 5% van de arbeidsuitval heeft te maken met veneuze en lymfatische aandoeningen. De aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen loopt via de bloedbaan. Deze dienen als brandstof voor de lichaamscellen. Wat gebeurt er met de afbraakproducten van de cellen? De afbraakproducten zijn onder meer koolzuurgas en eiwitten. Deze worden via de venen en het lymfestelsel afgevoerd. De afbraakproducten zijn onder meer koolzuurgas maar geen eiwitten. Deze vormen zich in het interstitium en dienen ook als voeding voor de cellen. Koolzuurgas en afgewerkte eiwitten worden door het lymfestelsel afgevoerd. De afbraakproducten zijn onder meer koolzuurgas en eiwitten. Deze worden via het lymfestelsel afgevoerd, worden daar gefilterd en komen vlak bij het hart in de bloedbaan terecht. Uit welke onderdelen van het lichaam bestaat het hoge-druk circulatiesysteem en het lage-druk circulatiesysteem? Het hogedruksysteem bestaat uit een gedeelte van het hart plus de slagaderen (arteriën). Het lagedruksysteem bestaat uit een ander gedeelte van het hart, de aders (venen) van de macro- en de longcirculatie en het lymfestelsel. In de longcirculatie wordt zuurstof uit de longen opgenomen. Het hogedruksysteem bestaat uit een gedeelte van het hart, de longcirculatie plus de slagaderen (arteriën). Het lagedruksysteem bestaat uit een ander gedeelte van het hart, de aders (venen) en het lymfestelsel. Het hogedruksysteem bestaat uit een gedeelte van het hart plus de slagaderen (arteriën). Het lagedruksysteem bestaat uit de aders (venen). Wat is de hydrostatische druk en waar is deze het hoogst? De hydrostatische druk is het gewicht van al het bloed dat zich tussen de enkel en het hart bevindt. Deze is het hoogst in de enkel en daarom zullen problemen het gemakkelijkst in de enkel ontstaaan. Omdat het bloed ook gewicht heeft, is de druk in de venen in enkels als gevolg van de zwaartekracht het hoogst. Dit wordt ook wel de hydrostatische druk (gewicht bloed vermenigvuldigt met de hoogte tot het hart). Hierom zullen spataderen vooral in het onderbeen ontstaan. De hydrostatische druk is het gewicht van de totale hoeveelheid vocht in een oedeem (zakt naar de enkel) plus het gewicht van de kolom bloed tussen de enkel en het hart. Door de zwaartekracht is deze druk het hoogst in de enkel. In welke richting breidt een veneus probleem zich altijd uit? Een veneus probleem ontstaat door bijvoorbeeld een trombose in een vene. Het gebied rondom de trombose raakt beschadigd en er ontstaat gemakkelijk een aderontsteking. De uitbreiding van het probleem verloopt cirkelvormig vanuit het veneus probleem. Een veneus probleem ontstaat door bijvoorbeeld een trombose in een vene. Er is dan een blokkade ontstaan. Omdat het bloed ook boven de trombose niet omhoog kan (omdat de bloedsomloop van hart tot hart een gesloten systeem is), blijft de kolom bloed met alle gewicht bovenop de blokkade staan met beschadigingen aan vaatwanden en kleppen tot gevolg. Het veneus probleem breidt zich dus naar boven uit. Een veneus probleem ontstaat door beschadigingen aan de vaatwanden van de venen en kapotte kleppen, bijvoorbeeld als gevolg van een trombose. Het bloed wordt dan onvoldoende weggetransporteerd. Omdat het bloed gewicht heeft, zullen vaatwanden van en kleppen in de venen onder dit gebied zwaarder belast worden zodat deze ook beschadigen. Het probleem zal zich daarom naar beneden uitbreiden. Wanneer ontstaat reflux? Een beschadiging aan de oppervlakkig gelegen venen vindt meestal een alternatieve weg naar het diepe systeem, maar als het diepe veneuze systeem beschadigd raakt wordt het bloed niet meer omhoog weggeperst. Via de perforantes blijft het dan rondcirculeren (reflux). Reflux ontstaat als binnen een bepaald gebied venen te erg beschadigd zijn om het bloed af te voeren. Het maakt daarbij niet uit of het oppervlakkig of diep gelegen venen zijn. Reflux kan ook alleen in het oppervlakkige systeem optreden. Reflux treedt uitsluitend op bij een blokkade van venen in het diepe veneuze stelsel of de verbindingsvenen tussen het oppervlakkige en het diepe systeem. Dit soort tromboses zorgt dat het bloed alleen in het oppervlakkige systeem kan circuleren (reflux) Wat betekent een CVI en wanneer ontstaat deze? CVI betekent 'chronisch veneuze inefficientie'. Deze ontstaat als er te lang een onbehandeld veneus probleem is, zodat er zoveel en zo'n grote spataders zijn ontstaan, eventueel in combinatie met trombosen, dat schade aan de venen onherstelbaar is geworden. CVI betekent 'chronisch veneuze insufficientie'. Deze ontstaat na een trombose in het diepe veneuze systeem (DVT). Het bloed wordt weer vloeibaar gemaakt met anti-stollingsmiddel waarna een bepaalde tijd TEK gedragen moeten worden. CVI betekent 'chronisch veneuze insufficientie'. Deze ontstaat als er te lang een onbehandeld veneus probleem is, zodat reflux is ontstaan wat op zijn beurt heeft gezorgd onherstelbare schade aan de venen. Hoe worden tegenwoordig spataders behandeld? Dat ligt eraan of ze zich in het oppervlakkige of diepe veneuze systeem bevinden. In het oppervlakkige systeem wordt de spatader meestal verwijderd of inactief gemaakt. In het diepe systeem wordt de bloedafvoer zo goed mogelijk hersteld en met TEK nabehandeld. Alle soorten spataderen worden tegenwoordig verwijderd, gescleroseerd, etc. TEK worden zo goed als niet meer hiervoor gebruikt. Spataderen worden met TEK behandeld. Ze kunnen worden gescleroseerd, chirurgisch behandeld, etc., maar dat heeft weinig zin omdat ze meestal toch terug komen. Hoe zorgt een veneus probleem zoals CVI of DVT voor het ontstaan van een oedeem? Doordat het bloed niet meer weggeperst wordt, zal het veneuze systeem ook geen lichaamsvocht meer kunnen opnemen. Als dit zoveel wordt dat het lymfesysteem het extra vocht niet meer krijgt afgevoerd ontstaat een oedeem. Doordat het bloed niet meer weggeperst wordt, zal de druk in het veneuze en ook het arteriele deel van de bloedsomloop stijgen. Dit is namelijk een gesloten systeem. Door de verhoogde druk treedt teveel vocht uit het arteriele systeem naar buiten. Als dit zoveel wordt dat het niet meer kan worden afgevoerd ontstaat een oedeem. Doordat het bloed niet meer weggeperst wordt, zal de druk in het veneuze en ook het arteriele deel van de bloedsomloop stijgen. Dit is namelijk een gesloten systeem. De arterien en venen zullen hierom gaan uitzetten. Omdat het lymfestelsel tegen de arterien en venen aanligt, komt er teveel druk op te staan, zodat de lymfevaten onvoldoende vocht kunnen opnemen. Dit blijft dus in de weefsel aanwezig en er ontstaat oedeem. Wat is het gevolg van een steeds groter wordend percentage eiwitten in een oedeem? Eiwitten trekken vocht aan. Hoe meer eiwitten in het vocht zitten, hoe meer vocht met eiwitten er aangetrokken worden, hoe sneller het oedeem zal groeien, etc. Een teveel aan eiwitten zorgt daarnaast voor allerlei gevolgschade, zoals het verbindweefselen van onderhuidse structuren. Eiwitten trekken vocht aan. Hoe meer eiwitten in het vocht zitten, hoe meer vocht met eiwitten er aangetrokken worden, hoe sneller het oedeem zal groeien, etc. Hierdoor zal er ook steeds meer druk op de bloedsomloop ontstaan, zodat voeding en zuurstof de cellen onvoldoende kan bereiken. Hierdoor sterven cellen af en ontstaat necrose, waarbij de kleinste huidbeschadiging al tot een ulcus cruris venosum kan leiden. Als er teveel eiwitten in een oedeem terecht komen, noemen we dit een lymfoedeem. Hierdoor ontstaan allerlei huid- en nagelproblemen. Tevens voeden bacterieen zich vooral met eiwitten, zodat de bevattelijkheid voor bijvoorbeeld erysipelas zeer stijgt. Wat is een primair en wat is een secundair lymfoedeem? Een secundair lymfoedeem is als een lymfoedeem ontstaat als gevolg van een ander probleem. Bijvoorbeeld als een CVI leidt tot een lymfoedeem, dan heet dit een secundair lymfoedeem. Een primair lymfoedeem is als het oedeem ontstaat door een probleem aan de lymfebanen. Dit kan door bijvoorbeeld een trauma ontstaan, maar ook aangeboren zijn. Een secundair lymfoedeem is als een lymfoedeem aangeboren of erfelijk is. Het is dan immers het gevolg van een defect aan een of meer genen. Een primair lymfoedeem is al het lymfoedeem het directe gevolg is aan schade aan het lichaam, zoals een operatie, trauma of een aandoening zoals CVI. Een primair lymfoedeem is een aangeboren lymfoedeem. Dit kan eventueel ook erfelijke oorzaken hebben. Een secundair lymfoedeem ontstaat uit een andere oorzaak dan een aangeboren afwijking. Wat is een dynamisch en wat is een statisch lymfoedeem? Een statisch lymfoedeem is een oedeem dat stabiel is, dus in volume niet meer toeneemt. Een dynamisch lymfoedeem is een oedeem dat soms groter, soms kleiner is. Als door een veneuze oorzaak het lichaam de normale hoeveelheid afvoer van de lymfe niet aankan heet dit een statisch lymfoedeem. Als het oedeem komt omdat er een gebrekkig lymfestelsel aanwezig is, waardoor de afvoer onvoldoende is, het dit een dynamisch lymfoedeem. Als door een veneuze oorzaak het lichaam de normale hoeveelheid afvoer van de lymfe niet aankan heet dit een dynamisch lymfoedeem. Als het oedeem komt omdat er een gebrekkig lymfestelsel aanwezig is, waardoor de afvoer onvoldoende is, het dit een statisch lymfoedeem. Waardoor kunnen vochtoedemen ontstaan? Vochtoedemen ontstaan als er teveel vocht uit de bloedvaten uittreedt, als gevolg van arteriele of veneuze overdruk. Vochtoedemen ontstaan door problemen met de vochthuishouding als gevolg van balansproblemen met eiwitten, zouten of glucose (suiker) op bepaalde plekken in het lichaam. Oorzaken hiervan zijn bijvoorbeeld een verstoorde afvoer van bloed, een teveel aanvoer van bloed, hart- of longproblemen, een verstoorde eiwitbalans in nieren of lever, etc. Ongeveer 70% van het menselijk lichaam bestaat uit water, waarvan het grootste gedeelte zich in de lichaamscellen bevindt. Door een verstoring van de zoutbalans komt er teveel water in het interstitium. Als er daarna door veneuze overdruk teveel vocht uit het arteriele systeem uittreedt, kan het veneuze systeem 't niet meer aan en ontstaat er oedeem. Kunnen alle oedemen omschreven worden als een plaatselijk teveel aan lichaamsvocht als gevolg van een afvoerprobleem? Ja. Ook een lipoedeem (vetophoping) is een vochtoedeem omdat vet grotendeels uit vocht bestaat. Ja. Ook arteriele oedemen zijn uiteindelijk een gevolg van een afvoerprobleem. Bijna wel. Een lipoedeem (plaatselijke vetophoping) wordt weliswaar ook oedeem genoemd, maar is dit feitelijk niet. Wat zijn typische kenmerken van lipoedeem? Een lipoedeem kenmerkt zich door brede heupen en/of bovenbenen en/of onderbenen en/of bovenarmen en/of onderarmen. In tegenstelling tot vochtoedemen staat de huid niet strakgespannen en zijn lipoedemen niet pijnlijk. Een lipoedeem komt bijna uitsluitend tweezijdig voor, en hoogstzelden bij mannen. Handen en/of voeten zijn slank bij een lipoedeem omdat hier weinig vetcellen aanwezig zijn. Dit alles i.t.t. vochtoedemen. Bij een lipoedeem ontstaan makkelijk blauwe plekken en 't is erg pijngevoelig. Een combinatie met lymfoedeem komt vaak voor. Een lipoedeem zie je veel aan de linkerkant of aan de rechterkant van het lichaam. Hebben de volgende omschrijvingen te maken met veneuze problemen en kloppen de omschrijvingen?1 - Dermatite jaune d'ocre: relatief onschuldige huidverkleuringen als gevolg van oxidatie omdat ijzer onvoldoende wordt afgevoerd.2 - Corona phlebectatica paraplantaris: een zichtbare rand van uitgezette venen aan de voetrand.3 - Atrofie blanche: zeer pijnlijke rode gebieden met witte punten als gevolg van afstervende cellen.4 - Ulcus cruris venosum: niet of nauwelijks meer genezende wonden met dood weefsel (ulcus cruris venosum).5 - Fibrosering: de woekering van bindweefsel. Ja. De omschrijvingen zijn helemaal goed en er valt niets zinvols aan toe te voegen. Ja. Een goede toevoeging is dat bij een ulcus cruris venosum in een later stadium soms ook nog een gewrichtsverstijving (ankylose) in het enkelgebied optreedt. Nee. Een corona phlebectatica paraplantaris bevindt zich altijd aan de enkel en fibrosering treedt uitsluitend bij een lymfoedeem op. Treden de volgende problemen op bij veneuze of lymftische aandoeningen en zijn de omschrijvingen correct? 1 - Erysipelas / wondroos: gevaarlijke huidinfectie door streptokokken. 2 - Onychomycose: schimmelinfectie aan de nagel. 3 - Cellulitis: ontsteking onderhuidse vetlaag. 4 - Ecthyma: uitslag, etteringen. 5 - Erythema nodosum: allergische / tuberculeuze reactie aan onderhuid en huid. 6 - Panniculitis: ontsteking losmazig bindweefsel. 7 - Dermatoliposclerosis: verharding a.g.v. chronische ontsteking vetlaag. Ja. De omschrijvingen zijn helemaal goed. Nee. De omschrijving van cellulitis en panniculitis is omgedraaid. Cellulitis is een ontsteking aan het bindweefsel en pannucilitis aan de vetlaag. Nee. De omschrijving van ecthyma en erythema nodosum is omgedraad. Een allergische / tuberculeuze reactie aan huid en onderhuid noemen we Ecthyma en we spreken van een erythema nodosum als er uitslag en etteringen te zien zijn. Welke aandoening zien we hier? Als gevolg van een chemische reactie blijft oxiderend ijzer (roest) achter in de huid. Atrofie blanche Dermatite jaune d’ocre / hyperpigmentatie Dermato-liposclerosis We zien hier een atrofie blanche. Is dit een ernstige aandoening? Atrofie blanche wordt alleen ver in de eindfase een ernstige aandoening, omdat dan pijnklachten optreden. Gelukkig is er geen sprake van afstervende cellen waardoor een ulcus cruris zal gaan ontstaan. Atrofie blanche is een betrekkelijk ongevaarlijke aandoening zonder veel pijnklachten. Atrofie blanche is een ernstige aandoening met zeer pijnlijke rode gebieden met witte punten als gevolg van afstervende cellen. Welke aandoening zien we hier? Een ulcus cruris venosum. Atrofie blanche. Corona phlebectatica paraplantaris. Welke ontsteking zien we hier en is deze gevaarlijk? Een onychomicose. Deze wordt veroorzaakt door een schimmelinfectie. Een erysipelas (wondroos / belroos). Deze is erg gevaarlijk en wordt veroorzaakt door streptokokken bacterien. Een erysipelas is ongevaarlijk en wordt veroorzaakt door streptokokken bacterien. Welke aandoening zien we hier en waar wordt deze door veroorzaakt? Panniculitis. Een ontsteking door een virus. Onychomicose. Deze wordt veroorzaakt door een virusinfectie. Onychomicose. Deze wordt veroorzaakt door een schimmelinfectie. Wat is een cellulitis? Bacterien veroorzaken een ontsteking van de huid met de naam cellulitis Een cellulitis is een ontsteking van het losmazig bindweefsel, gelegen onder de huid Een cellulitis is een vorm van eczeem waarbij putjes in de huid ontstaan. We zien hier een ecthyma (huiduitslag, puntvormige huidetteringen). Wordt deze rechtstreeks door een veneus probleem veroorzaakt? Nee, een ecthyma is een allergische reactie, meestal veroorzaakt door grondstoffen in de behandelproducten. Vergelijk dit met een rubberallergie. Ja. Een ecthyma is een cluster van afstervende cellen als gevolg van een plaatselijk zuurstoftekort van de cellen. Nee, een ecthyma is geen rechtstreeks gevolg van een veneus probleem. Het valt in de categorie van infecties, ontstekingen of eczemen. Wat is een erythema nodosum? Dit is een ontsteking van het vetweefsel onder de huid, veroorzaakt door een lymfatisch probleem. Dit is een ontsteking onder de huid, veroorzaakt door bacterieen. Uiterlijk lijkt een erythema nodosum sterk op een erysipelas. Dit is een allergische of tuberculeuze huidreactie, gepaard gaand met blauw wordende verdikkingen van huid en onderhuid Welke aandoening zien we hier? Ecthyma (uitslag, ettringen) Dermatoliposclerosis (verharding a.g.v. chronische ontsteking vetlaag) Panniculitus (ontsteking van de onderhuidse vetlaag, resulterend in verharde plekken (infiltraten) in huid en onderhuids weefsel) Wat is bij ACT de medische betekenis van de Wet van Laplace? De Wet van Laplace geeft precies aan hoeveel natuur- of kunstrubber gebruikt moet worden in een compressieproduct en bepaalt hiermee te werking ervan. Er kan nauwkeurig worden berekend welke druk een bepaalde kwaliteit elastische grondstof geeft bij een bepaalde omtrekmaat op een bepaalde plek van bijvoorbeeld een been. De Wet van Laplace geeft aan hoe groot de radius (r) moet zijn van de omtrekmaten van een compressieproduct. Hierdoor wordt een goede pasvorm bereikt waardoor het product zijn werk optimaal kan doen. Hoe luidt de wet van Laplace? Naarmate de kromming groter is (de bocht scherper), wordt de druk op een oppervlakte bij gelijke spanning kleiner. In formule uitgedrukt is dit S = P : r (S=Straal, P=druk, r=straal). De druk op een oppervlakte wordt bij gelijke spanning groter naarmate de kromming kleiner is (de bocht groter is). In formule uitgedrukt is dit P = S x r (P=druk, S=spanning, r=straal). De druk op een oppervlakte wordt bij gelijke spanning groter naarmate de kromming groter is (de bocht scherper is). In formule uitgedrukt is dit P = S : r (P=druk, S=spanning, r=straal). Als er drukschillen ontstaan binnen het lichaam zullen deze bijna ogenblikkelijk verdwijnen en wordt de druk overal hetzelfde omdat vocht in het lichaam allemaal ongeveer hetzelfde is. Dit wordt het Starling Evenwicht genoemd. Waarom helpt het Starling Evenwicht bij het voorzien van de lichaamscellen van zuurstof en voedingstoffen? Dit komt omdat bloedplasma, interstitieel vocht en lymfe vooral bestaan uit lichaamswater. De erin opgeloste stoffen maken dat ze verschillend zijn. Een hogere druk in de arterie betekent dat vocht met voeding en zuurstof zal uittreden naar het interstitium om van daaruit alle cellen te bereiken. Het Starling Evenwicht treedt zowel binnen als buiten ons lichaam op in elke vloeistof. De druk wordt overal hetzelfde, ook als de vloeistof uit twee heel verschillende vloeistoffen bestaat, zoals bloed en interstititeel vocht. Het Starling Evenwicht is niet alleen bij het uittreden van vocht met voeding en zuurstof uit de arterien van belang, maar nog meer bij het afvoeren van lymfe door de bloedbaan. Hoe luidt de Wet van Pascal? De Wet van Pascal zegt dat als er druk wordt gezet op een vloeistof in een afgesloten omgeving, deze druk zich met dezelfde grootte in alle richtingen voortplant. In formule: P = P0 + PGH De Wet van Pascal zegt dat de druk op een bepaalde plek in een vloeistof hoger is, naarmate de plek lager wordt, ongeacht of de vloeistof in een afgesloten omgeving zit. Dit omdat het gewicht van alle vloeistof daarboven op die plek drukt. In formule: P = P0 + PGH De Wet van Pascal zegt dat als er op een bepaalde plek druk wordt gezet op een vloeistof in een afgesloten omgeving, deze groter is op de plek waar de druk gezet wordt dan boven deze plek. In formule: P = P0 +PGH Wat is bij ACT de medische betekenis van de Wet van Pascal? De Wet van Pascal zegt dat je een elastische koker moet leggen rond de arm of het been, zonder dat die voortdurend druk hoeft te geven. Het ervaren van onnodige pijn moet namelijk vermeden worden. Een te starre koker bij de kuitspieren (spierpompen) zal bij het lopen volgens de Wet van Laplace teveel druk opleveren en pijnlijk worden. De Wet van Pascal betekent dat als je druk zet op een vloeistof die zich bevindt in een dichte starre koker (been met compressieproduct erom heen), die bovendien aan de onderkant gesloten is (je voet) maar aan de bovenkant niet (de rest van je lichaam), dan kan die vloeistof maar 1 kant op, namelijk naar boven. De Wet van Pascal verklaart waarom de vloeistof in een vene of lymfebaan omhoog wordt gestuwd. Het vocht in het interstitium blijft waar het is omdat dit niet als een leiding werkt. Hoe kan het dat natuurkundige vloeistofwetten ook gelden in de weefsels van levende wezens? Natuurkundige wetten gelden altijd en overal. Er hoeft zich maar een kleine fractie water in een weefsel te bevinden om deze te laten werken. Wetten zoals die van Pascal en Laplace werken in het lichaam omdat zachte weefsels voor ongeveer 50% uit water bestaan. Wetten zoals die van Pascal en Laplace werken in het lichaam omdat zachte weefsels voor ruim 70% uit water bestaan. Wat hebben spierpompen te maken met de Wet van Pascal? Door de combinatie van bindweefsellagen onder de huid en rond de spieren en het aanspannen van de spieren tijdens het lopen wordt ook een drukgolf binnen een soort van starre koker gevormd. Deze drukgolf kan door de opeenvolging van de verschillende spierpompen van beneden naar boven en de kleppen in de venen maar 1 kant op, namelijk naar boven. Bloed en lymfe wordt zodoende omhoog geperst. De spierpompen hebben niets te maken met de Wet van Pascal. Door het samenknijpen van de spieren worden ook de venen samengeknepen. Omdat er kleppen in de venen zitten, kan het bloed alleen naar boven. De activering van de spierpompen tijdens het lopen is de belangrijkste oorzaak van het omhoog stuwen van het bloed in de venen. De Wet van Pascal is alleen van invloed op de afvoer van de lymfe. Waar bevinden zich de spierpompen en in welke volgorde worden ze geactiveerd? De spierpompen bevinden zich in de kuit. Eerst wordt die onderin de kuit, dan die in het midden van de kuit en tot slot die boven in de kuit geactiveerd. De spierpompen bevinden zich in de kuit en in de dijbeenspier. De kuitspier is hierbij de belangrijkste. Het eerst wordt de kuitspierpomp en daarna die in het bovenbeen geactiveerd. De spierpompen bevinden zich in de voet, in de kuit en in de dijbeenspier. De kuitspier is hierbij de belangrijkste. Het eerst wordt de voetpomp geactiveerd, dan die in de kuit en tot slot die in het bovenbeen. Zorgen bij een gezond mens de kleppen in de venen er altijd voor dat het bloed niet omlaag kan zakken? Ja, de kleppen gaan open tijdens het lopen zodat het bloed omhoog kan, en ze sluiten als het bloed terug zakt. Ze werken dus hetzelfde als sluisdeuren. Nee. Als we stil staan zijn de kleppen geopend, zodat in de enkels het volle gewicht van al het bovenliggende bloed komt te staan. Alleen als het lopen (als de spier aangespannen is) worden de kleppen tegen elkaar geduwd zodat het bloed alleen naar boven kan. Nee. Sommige mensen zijn zo lang dat de druk van het bovenliggende bloed zo groot is dat de kleppen dit niet aankunnen. Het gewicht zorgt er dan voor dat de sluisdeuren kapot gedrukt worden. Wanneer werken de spierpompen niet meer en wat kun je hier tegen doen? De spierpompen werken niet meer als de kleppen helemaal kapot zijn. Het geven van compressie van buitenaf knijpt de venen weer wat samen zodat het bloed alleen omhoog kan stromen. De spierpompen werken niet meer als de vaatwanden van de venen zodanig verwijd zijn of de kleppen beschadigd dat de kleppen niet meer sluiten tijdens het lopen. Het geven van compressie van buitenaf knijpt de venen weer wat samen zodat de kleppen weer sluiten. De spierpompen werken niet meer als er teveel oedeem is ontstaan. Dit veroorzaakt een hoge druk in de venen waar de spierpompen niet tegenop kunnen. Met een compressieproduct dient eerst (deels) het oedeem verdreven te worden, waarna de spierpompen hun werk kunnen hervatten. Time's up
